Op de ijsbaan in Haarlem bleek Schoutens een talentvolle rijdster. Als A-juniore schopte ze het zelfs eenmaal tot een plek in de equipe voor de World Cup voor junioren in Minsk. Toen nog namens Nederland. In 2014 vertrok Carlijn Schoutens terug naar haar geboorteland. Om daar te schaatsen bij het nationale team. Regelmatig doet zijn verslag van haar leven in Salt Lake City. red.

Bijna drie jaar na mijn vertrek naar de VS was ik onlangs ineens even terug op IJsbaan Haarlem. Om familieredenen was ik onverwacht een aantal dagen thuis; ik wilde graag trainen en besloot een avondje te gaan schaatsen.

Een nietsvermoedend oud ploeggenootje had me al op de Randweg herkend en eenmaal op de ijsbaan was het ook daar een feest van herkenning. In de eerste plaats was ik blij om vrienden en bekenden terug te zien. Maar het was ook heel leuk om ‘kleinigheidjes’ op te merken waaraan ik sinds mijn vertrek nooit meer had teruggedacht. De vakken in de boarding voor schaatsbeschermers. Het groen-rode zwaailicht. De razende snelheid van de dweilmachine. Destijds vielen deze dingen me niet op – nu herinneren ze me aan de jaren waarin ik op deze ijsbaan kwam. De kerstversiering die vroeger aan de overkant van de baan hing, toen we nog speelden op het krabbelbaantje dat toen achter de finishlijn lag. Vóór de training van Winterkoninkje wachtten we daar achter een touw tot het veilig was om de baan op te gaan. Daarna schaatsten we vrolijk in het rond, ik op easy-gliders en in een skipak. Ik dacht terug aan de Elfdorpentocht. Het proefschaatsen voor de wedstrijdrijders (ik ging onderuit). Alsnog wedstrijden schaatsen, na inschrijving met het groene kaartje. Het Jan van Genniptoernooi met oudjaar. Chocomel in het clubhuis. Wat in Haarlem begon, vervolg ik nu in Salt Lake City.

Maar wie denkt dat ik er als kind van droomde om schaatser te worden, heeft het mis. Ik wilde hard vooruit gaan, het liefst harder dan mijn familie en mijn concurrentjes en ik wilde PR’s. Ik wilde de eerstvolgende wedstrijd winnen, maar ik dacht niet veel jaren vooruit. “Als je het niet meer leuk vindt kun je op elk moment stoppen”, zeiden mijn ouders. En nu ik in het nationale team van de VS zit, beleef ik het schaatsen eigenlijk nog steeds zo. Natuurlijk maak ik met mijn coach een plan voor het seizoen en denken we na over volgend jaar. Maar het kan zomaar anders lopen, zoals vorig jaar, toen ik maandenlang geblesseerd was. Dan is het fijn om terug te kunnen denken aan al mijn goede schaatsherinneringen, en als doel te hebben om weer net zo lekker te kunnen schaatsen als toen. Dit seizoen gaat het schaatsen bij mij weer goed en ik hoop met de internationale competitie nog een aantal andere ijsbanen te mogen verkennen. Kijken of er nog eentje is met beschermervakken en een zwaailicht!