Het zou zomaar een Ijsclub quiz-vraag kunnen zijn. Hoe en door wie is de IJsclub Haarlem tot stand gekomen en wie was deze persoon.

Op 24 februari 2023 is daarvoor een bijzonder moment want…….
We moeten ver terugduiken in de geschiedenis. In Friesland leefde al heel lang het geslacht Mulier (uitspraak als in pier). Pieter Mulier (1783-1866) die o.m belastingontvanger was en die via een profitabele echtverbindtenis vermogend was geworden, kreeg zes kinderen. Een van hen was Tjepke, die in 1815 geboren werd. Toen Tjepke 4 jaar oud was overleed zijn moeder en groeide hij zonder haar op. Gezien de familiaire achtergrond koos Tjepke ervoor om een juridische opleiding te volgen. Hij heeft toen ook, zoals wel vaker voorkomt in studentenkringen, het studentenleven volledig ‘geleefd’. Na zijn studie vestigde hij zich als advocaat aan het Gerechtshof in Leeuwarden. Hij verkeerde in kringen van de Friese notabelen en vergaarde vermogen uit o.m de erfenis (grootgrondbezit) van zijn vader Pieter. Daarnaast had hij veel belangstelling voor sport en de jacht. Zijn latere zoon Willem Johannes Herman (beter bekend als ‘Pim’ (geb. 1865) heeft daarvan dan ook veel meegekregen. Er is beschreven dat Tjepke, bij het ophalen van de pachtgelden bij de boeren, nog al eens ‘flink genoot’ van de kruidenbitterjes die hem werden aangeboden. Hij huwde in 1840 een burgemeestersdochter, maar deze overleed al snel en zij hadden geen kinderen.

Tjepke stond ook nog als ‘nogal pocherig’ bekend en dat, tezamen met zijn drinkgedrag, maakte dat hij zijn pogingen om “grietman” (= bestuurder van een grietenij- een rechtsgebied in Friesland belast met rechtspraak) te worden, zag stranden. Na 10 jaar weduwnaar trouwt hij in mei 1852 voor de tweede maal en het stel krijgt 5 kinderen: Pieter (1853), Eldina (1855), twee baby’s van minder dan een jaar oud overlijden in 1858, waarna in 1865 als nakomertje Pim wordt geboren. Tjepke Muliers pogingen om lid van Provinciale Staten te worden en/of elders het ambt van grietman te vervullen hielden aan, maar mislukten keer op keer.
Later had hij zijn gedrag wel enigszins aangepast. Zo verkreeg hij in februari 1850 het grietmanschap (inmiddels een soort van burgemeeestersfunctie) van Wonseradeel. Maar toch bleef er kritiek op hem en zijn functioneren. Uiteindelijk leidde dat er toe dat hij in 1866 eervol ontslag kreeg als burgemeester van Wonseradeel. Na de geboorte van Pim heeft hij nog een keer een poging gedaan om lid van Provinciale Staten te worden, maar na wederom een mislukking was hij het zat en verliet Friesland om naar Holland te vertrekken waar hij zich vestigde in Haarlem aan de Nieuwe Gracht nr 7, waar hij met zijn gezin bijna 20 jaar woonde.

Het grote pand, gebouwd in empire stijl, kocht hij voor 22.000 gulden (ruim € 9.000) en staat bekend als het Barnaarthuis (te bezichtigen). W.Ph. Barnaart, die kamerheer was in dienst van Lodewijk Napoleon, liet het huis begin 1800 bouwen voor 300.000 gulden (€ 136.000). Achter het huis, bij de grote tuin , bevond zich een paarden/koetsstal. Tjepke die na vestiging direct lid werd van o.a.,sociëteit “Trou moet Blijcken” vond steun van een aantal gelijkgestemden voor zijn idee om naar Fries voorbeeld in Haarlem een ijsclub op te richten die tot doel had om, “wanneer ijs en weder dienende waren, eene hardrijderij te kunnen uitschrijven”. Meestal hardrijderijen over een afstand van 160 meter waarbij flinke geldprijzen van 100 of zelfs 150 gulden waren te verdienen. Elders bestonden ook al ijsclubs maaar deze hadden voornamelijk een sociale functie, gericht op het verschaffen van werk (baanonderhoud) voor werklozen. De verenigingen kregen daar dan weer subsidie voor van de betreffende gemeenten. Daar wilden echter Tjepke met zijn medestanders niet aan. Zo lezen we dat ‘ men den ijsclub niet moest doen ontaarden in eene philantropischen inrigting, maar dat onze hardrijderijen moesten blijven eene aanmoediging in de beoefening van schaatsrijden in den eerste plaats’ .
In onze notulenboeken van die tijd staat dat er op 16 januari 1869 een bijeenkomst werd gehouden om te komen tot het oprichten van een vereniging waarbij in de sociëteiten intekenlijsten werden neergelegd. Waar dat toe heeft geleid weten we inmiddels, want op 22 januari 1869 was het dan zover en konden de statuten in de ‘oprigtingsvergadering’ worden “gearresteerd”. De IJsclub voor Haarlem was geboren maar het was een herenclub en vrouwen en kinderen konden geen lid worden. Bovendien was er een ballotagesysteem om ongewenste (mans)personen buiten de deur te houden. Een eigen (omsloten) ijsbaan was er niet maar men maakte gebruik van de Kloppersingel. Tjepke bleef lang voorzitter maar werd in 1882 te zwak en kwam zijn zoon Pieter in het bestuur . Op 24 februari 1883, nu dus 140 jaar geleden, overleed hij en profiteren wij nog steeds van zijn nalatenschap.
L. H.

Bronnen:
-Notulenboek 1 IJsclub voor Haarlem
-Rewijk, D. (2015). Captain van Jong Holland: een biografie van Pim Mulier, 1865-1954 [S.l.]: [S.n.]
-Wanneer ijs en weder Haarlem dienen (Jubileum 125 jaar IJsclub voor Haarlem e.o)