Lid zijn van IJsclub Haarlem betekent voor mij schaatsen op de ijsbaan, zo simpel is dat. Ooit begonnen op de niet overdekte baan toen ik even in de twintig was. Schuilen in het oude houten clubhuis en na de bui zorgen dat je op de been blijft. Eén keer kwam, na een val, het water bij mijn kraag naar binnen en via de pijpen van mijn katoenen schaatsbroek weer naar buiten.
Wanneer ik lid ben geworden weet ik niet meer, te lang geleden. Als recreant lessen gevolgd tijdens de late avond recreanten trainingsuren. Een goede basis voor het kunnen uitrijden van de Elfstedentochten van ’85 en ’86 samen met IJCH lid Frank van ’t Kaar. Met dezelfde Frank de historische oversteek Enkhuizen-Stavoren vice versa (1997) zonder vallen overleefd, mijn indrukwekkendste tocht ooit.
Eind jaren ´90 heb ik bij de marathon C3 ploeg als non-sprinter slechts een handvol punten bij elkaar kunnen sprokkelen. Dus toen mijn repetities bij de Braziliaanse samba percussieband ‘ContrabandA’ toevallig ook op de maandag waren gepland, kon ik met opgeheven hoofd de marathon verlaten. We hebben trouwens een keer gespeeld bij de IJsclub op verzoek van de Jeugdcommissie als ik het me goed herinner. Binnen no time kwam de politie een eind maken aan het optreden. Een actie vanuit de beruchte klachtlijn Essenlaan, onze zo gevoelige Bloemendaalse overburen.
Lid van de IJsclub, meer dan IJspret?
Na het behalen van het diploma JSL heb ik een paar seizoenen pupillen en een groepje junioren C begeleid. Daar gaat best veel tijd in zitten, niet meer te combineren met full time baan, hobby’s en de optredens in het weekend.
Dat IJsclub Haarlem meer te bieden heeft dan ijsactiviteiten is me al die jaren min of meer ontgaan. Ja, er is een duintraining in de zomer en wel eens gehoord van fietsen in clubverband. Maar laat ik maar lekker solo in het zomerseizoen op de racefiets de conditie bijhouden. Tot mij afgelopen seizoen bij de recreantengroep op de maandagochtend (trainer Paul) duidelijk is gemaakt dat fietsen met de IJsclub écht leuk is. Oké, waarom niet? Zet mij maar op de groepsapp voor de ploeg van 27 km/h gemiddeld.
Fietsen in het peloton moet je leren.
Mijn eerste tocht is die van 17 juni want de data van april en mei zijn al bezet met andere niet te verplaatsen activiteiten. Verzamelen om 9.30 uur bij de ijsbaan, de gemiddeld 30 km/h ploeg krijgt een headstart zodat verstekelingen over en weer geen kans krijgen. Onze groep telt zo’n 17 deelnemers die wordt geleid door een taai voort malende Theo Bakkum en met Hans de Haan en Ben Jonkers in de geruststellende rol van fietsende bezemwagen.
Deze tocht met als verste punt even onder Hoorn kent een akelig incident: de val van Marian Blankman. Terugsturend vanaf een smalle gravelstrook in de berm probeert ze het asfalt weer op te rijden. Dan moet je een richeltje over en dat gaat mis. Een nare smak, grote schrik, schaafwond, gelukkig niets gebroken. Direct toont zich de onderlinge zorgzaamheid: onder begeleiding van een groepje ‘knechten’ (als in de tour de France) komt Marian op haar eigen tempo via Pontje Buitenhuis veilig thuis. De volgende dag staat er op de groepsapp de foto van een stralende dame met een prachtig boeket en de linker ellenboog nog in het verband. Ze kan weer lachen.
Fietsen in het peloton moet je leren, dat geldt zeker ook voor een solist als ik ben. Alert zijn op wie naast, voor en achter je rijden. Anticiperen op afremmen en versnellen, zicht houden op het wegdek. Eigenlijk net als bij de marathons op de IJsbaan. Het is best (weer) wennen! Er zijn ook verschillen, hogerop hoef je niet te roepen, elkaar passeren doe je doorgaans over links.
De taal van het Peloton
Dat eigen taaltje is bedoeld voor de veiligheid binnen het peloton en de veiligheid voor andere weggebruikers. De IJsclub Haarlem leden tonen zich Dame en Heer in het verkeer. Dat heb ik op mijn solo ritjes wel anders meegemaakt. Zoals weggedrukt worden op het fietspad Zandvoort – Langevelderslag door een razende troep drie rijen dik voortsnellende semi amateurs.
De taal van het peloton kent een verbaal en een non-verbaal jargon:
Paaltje, Auto! Auto achter! Vrij! Lint maken! Breed opstellen!
Deze kreten gaan als een echo van voor naar achter of van achter naar voor. Vrij staat voor: je kunt een weg veilig oversteken. Breed opstellen is nuttig wanneer een groen licht te kort duurt om de hele ploeg door te laten. Let dan wel op dat eventueel (afslaand) overig verkeer achterop niet gehinderd wordt. De roep Paaltje! wordt ondersteund door een wapperend armgebaar, dat geldt ook voor het inhalen of het tegemoet zien komen van fietsers en wandelaars. Een arm recht omhoog aan de kop van het peloton betekent stoppen.
De Woerdens Verlaat, haarspeldbochten zonder hoogtemeters.
De tocht van 15 juli voor de 27 km/h ploeg voert ons door een deel van het Groene Hart. We startten met 21 renners maar eenmaal terug in Haarlem is de club flink geslonken, het waarom of waardoor is me helaas ontgaan. Hoe dan ook, een prachtige rit die ons via Halfweg langs Amstelveen voert richting de Ronde Venen. Wat is dit deel van Nederland mooi. We passeren Abcoude, geboorteplaats van schaatster Christine Aaftink, we zien Mijdrecht, scheren langs Wilnis en stoppen bij de Grote Sniep, een kleine horeca onderneming in het groen verstopt, via een gravelpad te bereiken. Kleine opstopping daar en een van ons probeert een onvrijwillige ‘surplace’ maar die mislukt. Stort ter aarde en staat gelukkig ongedeerd weer op.
Deze horeca-zaak is strak opgetrokken uit onbehandeld hout en verrijkt met een uitkijktorentje. Het drietallige horeca team schrikt niet van dit voor hun ongepland bezoek. Binnen een poep en een scheet staan koffie en appeltaart (zoals ik die thuis maak), klaar op de tafels buiten. Geheel voorbereid op de wielrenner: een bordje Kraantje voor het vullen van de bidon verwijst naar een kraantje achter de deur richting de wenteltrap. Attent!
Het afrekenen van de consumpties gaat efficiënt en soepel. Hans de Haan betaalt de hele rekening en ieder die in de appgroep staat krijgt een betaalverzoek en zal betalen naar wat hij of zij genuttigd heeft.
Op de terugweg komt het mooiste deel van de tocht: de Woerdense Verlaat: haarspeldbochten zonder hoogtemeters. Wonderschoon. Met zuidwesten windkracht 5 Bft gemiddeld op de kont, een perfecte training in het nemen van scherpe bochten boven de 30 km per uur.
Bij de Kwakel naderen we het geweld van Schiphol, via Hoofddorp en langs fort Vijfhuizen komen we aan in Haarlem. Even melden bij de bezemwagen voor je de groep verlaat, dat doe ik ter hoogte van de Verfroller.
Einde van een fijne tocht met dank aan de organisatoren.
Joop van der Meer