Door Roelof Balk
Dit jaar was niet Baselga, maar Collalbo het decor van de jaarlijkse Haarlemse schaatsreis. Of Klobenstein, zoals ze zeggen in het dorpje zelf, want we zitten daar toch echt in Duitssprekend Tirol. In Tirol is bijna alles anders, maar ook daar kan je zomaar de voltallige Italiaanse schaatsselectie tegenkomen. Niet alleen op de baan (elke ochtend weer), maar ook gewoon in het hotel. De strakke racefietsjes van de schaatsploeg stonden netjes op een rij in de hotelgang geparkeerd. Tijd voor een goed gesprek met Davide Ghiotto, kersvers wereldrecordhouder op de 10K.
Waar was het precies? Nou, in de sauna van Sporthotel Spögler. Daar zat ik rustig uit te zweten na een dag vol schaatsinspanningen (zwembroekje aan), komt zomaar schaatslegende Davide Ghiotto, die ik al jaren volg, naast me zitten. Laat hem maar even met rust, is mijn eerste gedachte, die jongen komt hier ook voor zijn ontspanning. Maar terwijl het zandlopertje doorloopt en de temperatuur stijgt, kan ik mij niet bedwingen en snij ik het onderwerp aan dat ons verenigt: schaatsen! En er ontspint zich een mooi gesprek dat ik hier graag in vrije Nederlandse vertaling exclusief deel met mijn clubgenoten. Niet voor externe publicatie natuurlijk! Alleen voor jullie, schaatsliefhebbers uit Kennemerland.
Temporijden
Of we een goede trainingsweek hebben? Ja hoor, alleen het weer valt wat tegen. Met die mist en temperaturen rond het vriespunt is het ijs toch minder goed. Het is tenslotte een buitenbaan en je kunt nu niet echt temporijden. Daar is het ijs gewoon te zacht voor en dat is gevaarlijk, het breekt weg in de bochten. Er ging er al eentje onderuit van de week. Maar we kunnen wel goed duurwerk doen hoor. We zitten hier nog tot maandag en dan gaan we naar Polen voor de World Cup, daarna Heerenveen en dan natuurlijk Hamar voor het WK. Ja, dáár kunnen we zeker lekker temporijden en de snelheid echt opzoeken! Daar kijken we naar uit.
Hard openen, handjes op de rug
Wat leuk dat je mijn wereldrecord waardeert en dat jullie dat volgen in Nederland. Het was een geweldige race, alles lukte. Ik opende heel snel, dat was het vooropgezette plan. Want ik wist dat als ik dán de 29-ers zou kunnen vasthouden, het me zou moeten lukken om Van der Poel uit de boeken te rijden. Dat kost natuurlijk energie, zo’n snelle start en inderdaad: het is dan nog knap lastig om je ritme op te pakken. Traditioneel ga je eerst in gesprek met het ijs. Maar het pakte echt heel goed uit. Ik had door die snelle start meteen een marge opgebouwd, dat was genoeg om in de laatste ronden wat te kunnen verliezen. En dat gebeurde niet eens, ik kon het gewoon doortrekken tot aan de finish. Mooie race, fijn moment!
Dat bochtenrijden met de handjes op de rug? Ja, dat is nieuw voor ons en ik vond het best wel een overgang. Chris Huizinga begon daar als eerste mee. Was dat min of meer toevallig? Dat wist ik niet eens. Ik had begrepen dat hij iets met zijn schouder had en daarom ging experimenteren. Ik wist niet dat hij tijdens een matige race op gevoel, maar met beide handjes op de rug zijn bochten ging rijden en toen gewoon sneller bleek te gaan. Een mooi verhaal hoor. Toen wij hem dat zagen doen, zijn we meteen gaan experimenteren in de windtunnel van Milaan. En het scheelt echt tijd. Op een 10k en 5k is het goed te doen. Op de 1500 niet, daar wil je toch vooral bij het ingaan van de bocht nog die armimpuls gebruiken, om echt snelheid te maken. Is het rijden met de handen op de rug op de 1500 meter al langer een onderwerp van gesprek in Nederland, vooral op het rechte eind? Hadden Nuis en Wüst het daar al over? Zo zie je maar. Het is weer een mooie stap vooruit in de schaatstechniek, we blijven ons verbeteren. Nu doen we het allemaal, de handjes op de rug, en het voelt goed.
Gianni Romme in zes slagen
Ja, die zes slagen op het rechte eind zijn zo’n beetje mijn handelsmerk geworden, dat kan ik nou op goed ijs echt de hele race volhouden. Natuurlijk is dat zwaar. Maar met die extra bochtslag kom je al verder het rechte eind op, dus dat scheelt ook alweer wat metertjes. Sablikova begon daar al mee, met dat extra bochtpasje, dat was ook een inspiratie. Schaatsers leren van elkaar!
Gianni Romme? Ja, dat was inderdaad een van de eersten en misschien wel de enige die toen al slechts 6 slagen maakte op het rechte eind van de 10k. Hij kon dat destijds nog niet de volle 25 ronden volhouden, maar zette wel de toon. Grappig dat je hem noemt, want hij stuurde mij als een van de eersten een berichtje na mijn wereldrecord en begon daarin óók over die 6 slagen. Dat vond ik wel geinig.
“Jongens ik ben nou even in gesprek hiero, ga maar alvast, ik kom zo!”
Aanpassen aan je team? Natuurlijk!
De ploegenachtervolging rij ik graag, en daar pas ik mijn slag aan voor de anderen – niet andersom. Ik maak na de afzet niet zo’n ruime terughaalbeweging naar achter als wanneer ik alleen rijd, want anders is de man achter mij niet echt blij… En ik rij ook minder breed, verplaats mijn zwaartepunt minder extreem, zodat we allemaal dezelfde cadans hebben. Want het gaat om de ploeg hè. Dus jij denkt dat de Nederlandse koprijders zich niet zo gauw zullen aanpassen aan hun volgers, omdat ze vinden dat die hen gewoon maar moeten volgen? Haha, dat is best een grappig idee, ik weet niet of dat klopt. Ze trainen natuurlijk minder vaak samen dan wij, wij zijn eigenlijk altijd bij elkaar. Misschien is dat wel het verschil.
— En dan naar zijn teamgenoten, die het wel weer mooi vinden geweest in de hete sauna: “Jongens ik ben nou even in gesprek hiero, ga maar alvast, ik kom zo!”
Chaos in de marathon
Leuk te horen dat jullie ons volgen en waarderen wat we doen. De massastart? Dat vind ik een mooi onderdeel om te zien en is ook heel leuk voor het publiek. Daar blijven ze voor in het stadion. Maar het is niks voor mij, als schaatser. Ik zou totaal niet in mijn slag komen in die grote groep en heb er dus eigenlijk niets te zoeken. Eén keer heb ik meegedaan aan een marathon, een paar jaar geleden. Nou, ik wist niet wat me overkwam. Al die schaatsers zo vlak bij elkaar in het peloton, beetje duwen en trekken, ongelofelijk. Ik bleef maar wat achteraan hangen en na een ronde of 30 ben ik eruit gestapt, toen had ik mijn duurwerk wel weer gehad. Maar wel mooi hoor. Zoals een Jorrit Bergsma de wedstrijd kan lezen, in marathon en massastart, de tactiek die hij toepast, dat is echt gaaf om te zien. Als ervaren stayer kan hij op de massastart met een slimme tactiek echt nog die snelle milers de baas, want die kunnen die tempoverschillen gewoon niet aan. Dat heeft hij laatst weer laten zien door een wereldbeker massastart te winnen. Grote klasse!
De methode Jilek
Die Metodej Jilek doet het inderdaad geweldig, zo jong als hij is. Verrassend. Ik hoop echt dat hij het volhoudt nu hij opeens een bekende sporter is geworden. Dat geeft toch druk. Hoewel het schaatsen in Tsjechië natuurlijk nauwelijks leeft bij het grote publiek, maar toch. Hij heeft weer een heel andere stijl, eigenlijk een beetje zoals Van der Poel. Iedereen probeert die 10K op zijn eigen manier te rijden. Bloemen en Fish pakken het weer anders aan, die rijden meer op een korter ritme en met een wat lichtere zijwaartse afzet. Vooral Bloemen is een flyer. Toen hij goud pakte op de spelen klopte echt alles, hij was subliem. Elke ronde precies goed uitkomen voor de bocht, hij was toen helemaal in de flow. Mooi hoor.
De langebaan van Milaan
Leuk je te spreken zo, maar nu wordt het me toch echt te warm hier in dit saunahokje. Ik hou het weer voor gezien. Veel plezier nog deze week!
En zo komt een mooi schaatsgesprek ten einde: de filosoof van de lange baan en de smalle ijzers verheft zich van het houten bankje en verlaat uitgerust en ontspannen de sauna van Sporthotel Spögler. Ongetwijfeld op weg naar nieuwe successen voor het Italiaanse schaatsen. Want Milaan komt eraan! De Nederlandse rijders zijn gewaarschuwd.