Al 30 jaar was ik van plan om na mijn pensionering een keer naar de bron van de Maas te fietsen, die
ontspringt bij Pouilly-en-Bassigny op het Plateau van Langres. In juli 2019 ging ik met pensioen. 
Nadat ik mijn in 1982 tot randonneurfiets omgebouwde racefiets grondig gerestaureerd en opgewaardeerd had en ook Theo tijd en zin had in deze uitdaging, kon de fietstocht beginnen. Vanwege de matige weersverwachtingen hadden wij veel extra kleding bij ons, waardoor onze fietsen inclusief bagage 40 kg wogen. Op dinsdag 8 september begonnen we aan onze tocht.

Naar aanleiding van het routeboekje had ik mij ingebeeld dat we vooral over fietspaden langs de oevers van de Maas zouden fietsen. Dat bleek niet het geval.
Door verschuivingen in de aardkorst, miljoenen jaren geleden, was het landschap niet alleen heuvelachtig geworden, ook de loop van de Maas was veranderd. Hierdoor verschilt het verloop van de Maas en de te fietsen route in boven-, midden – en benedenloop aanzienlijk.
Vanwege het geringe stijgingspercentage werden er over de in onbruik geraakte spoorlijnen fietspaden aangelegd. Vaak met fraai uitzicht over de Maas. Het wegdek kan variëren van prachtig asfalt tot gravel met stenen van 1 tot 3 cm. Ook komen er delen met gaten, scheuren en asfaltplakken voor. Zo nu en dan moet je zelfs over kasseien. Ondanks het vals plat fietst dit afhankelijk van het wegdek ook met bepakking tamelijk gemakkelijk.
Het traject tussen Luik en Huy, biedt vanwege verlaten fabriekspanden en de vele cementfabrieken een onaantrekkelijke aanblik. Soms loopt het fietspad zelfs over het terrein van zo’n fabriek.

Na het verlaten van de Belgische Ardennen bij Givet, wordt het traject vanaf Fumay langzamerhand heuvelachtiger, dus zwaarder en begint de Maas te meanderen. Soms zoveel, dat er ter hoogte van het plaatsje Revin speciaal voor een kanaal een tunnel is gegraven. Je kunt naast het kanaal door de tunnel fietsen.
Doordat de Maas in de midden- en bovenloop (waar het heuvelachtiger wordt) steeds meer meandert, was het voor de spoorwegen waarschijnlijk te inefficiënt om de Maas te blijven volgen. Omdat ze makkelijker de heuvels over konden, ontbreken de spoorlijnen en dus ook Ravels met vals plat langs de Maas.

Vanaf Charleville-Mézierès wordt het steeds heuvelachtiger en wordt het vals plat vaak afgewisseld met hellingen van 2 à 3%. De uitschieters naar 5 à 7% zijn met onze zware fietsen behoorlijk inspannend. Dit stijgen wordt gelukkig beloond met een steeds weidser uitzicht. 
Naarmate je zuidelijker komt, wordt het gebied steeds landelijker, kleinschaliger en vooral groener. Helaas wordt het stijgingspercentage ook hoger, want 4 à 5% wordt gangbaar met veel uitschieters naar 6 tot 8% en zelfs 10%. Dat laatste is met onze zware fietsen een garantie voor een wandeling.
In veel plaatsjes zijn geen winkels. Het is dus zaak om proviand bij je te hebben.
De schaarse hotels en horeca bleken bij aankomst herhaaldelijk niet meer te bestaan of al bezet, waardoor we een keer zelfs 90 km met veel stijgen en dalen moesten fietsen, voordat wij een slaapplek gevonden hadden. De daaropvolgende dagen zorgden we ervoor dat wij gereserveerd hadden. Na 13 dagen en 615 km met slechts een ½ dag regen, bereikten wij de bron van de Maas.


Desondanks zijn we blij, want we hebben het op onze oude dag ondanks weinig training en te zware fietsen maar met heel veel humor toch maar mooi volbracht!!!
Ondanks dat Theo en ik elkaar niet goed kenden, waren we goed aan elkaar gewaagd en is er geen onvertogen woord gevallen. Ondanks de fysieke beproevingen hebben we samen een geweldige vakantie gehad, waar we nog lange tijd met plezier aan kunnen terugdenken.
Als je je nog fit voelt, tijd hebt en van een uitdaging houdt, is deze fietstocht beslist een aanrader.
Ik heb de indruk dat deze tocht in de lente door het uitbundige voorjaarsgroen nog mooier zal zijn.
Wie weet, als de Corona-Pandemie weer tot rust is gekomen.

Hector & Theo