Even voor 9:30 uur, op een zonovergoten en warme zaterdag, kwam ik bij de ijsbaan aan op de racefiets. Daar had zich al een aardige groep verzameld voor de fietsactiviteit: met zulke duidelijke instructies in de groepsapp kon er dan ook weinig fout gaan. Toch, ‘de eerste keer’ blijft altijd een beetje spannend wat je aantreft. Nou dat was in dit geval een verrassend gemêleerde groep, ik voelde me er meteen thuis. Met Hans staand op de bank voor de laatste controlevragen, leek het net een schoolreisje, alleen dan met water in de bidon en bammetjes in de achterzak. Belangrijkste keuze van de dag was: de gewone of de snelle groep (daar kon ik overigens lang over twijfelen 😄).
We gingen goedgemutst van start, achter teamleider Theo aan en met Hans als bezemwagen. Ik leerde al veel vakjargon op de eerste kilometers (“breed staan bij het stoplicht”). Al snel waren we de stad uit en werd het vocabulaire allengs uitgebreid: “Tegen! Auto achter! Auto vrij! Paaltje!” met een half uurtje kwam de eerste pitstop bij de pont. De sfeer was ontspannen en vrolijk. Ik reed dan ook als een mak schaap achter mijn voorganger aan, volkomen in mijn element. Het liep allemaal zó soepel, je hoefde alleen maar heerlijk te fietsen. En dát heb ik gedaan hoor: prachtige route met weidse gezichten en veel koeien. Nou dan heeft deze Friezin nog maar weinig te wensen over.
De onvoorziene lekke band was vooral een leuk moment om nog weer een paar nieuwe mensen te spreken. Al slingerend door het groen kwamen we op zoveel mooie plekken. Nooit geweten dat Uitgeest zo’n leuke dorpskern heeft. En wat dacht je van Oterleek? Ik had er nog nooit van gehoord. Maar goed, voordat rechtgeaarde (en fietsende) muggen hier van alles van denken: ik kende wél alle Friese plaatsjes waar (echtgenoten van) collega fietsers vandaan komen. Aan alles was gedacht: zelfs de route was “voorgefietst”. Overigens deed de binnen 10 minuten op tafel getoverde 17 koffie/cappuccino en 12x appeltaart, ook vermoeden dat het al in het draaiboek stond. De middag vloog net zo hard voorbij als de 90 kilometers. Ik was best trots dat het me zo gemakkelijk afging.
Het laatste stuk vertelde mijn fietsmaatje desgevraagd, dat hij toch wel elke denkbare wielertocht ooit had gereden. Toen hij zijn leeftijd verklapte (76) viel ik bijna van mijn fiets en werd mij duidelijk dat ik pas net kom kijken. Dat is mooi: want het was een bjusterbaarlike ervaring. Hulde aan de fantastische organisatie! En ik kan dus nog jaren vooruit.
Emke Osinga
Meer informatie over de nog komende fietstochten vind je hier.