Onderstaand artikel is een interview met onze voorzitter Theo Bakkum met het Haarlems Dagblad op 11 oktober 2023

De kunstijsbaan Kennemerland is weer open en dus is Theo Bakkum nu ook echt voorzitter van schaatsende leden van de IJsclub Haarlem.

Haarlem- Hoewel hij al op 11 mei zijn functie als nieuwe voorzitter van IJsclub Haarlem aanvaardde, werd het voor Theo Bakkum op zaterdag 30 september ’serious business’. Op die dag beschikte de Haarlemse kunstijsbaan weer over een ijsvloer en ontwaakte de uit 1869 stammende ijsvereniging uit zijn jaarlijkse zomerslaap.

Al is het niet zo dat het bestuur en de leden (zo’n 900 in getal) in de ijsloze periode maar een beetje met hun duimen draaien. Om de conditie op peil te houden én om de clubgeest te prikkelen wordt er het hele jaar door van alles georganiseerd. Onder heel veel meer kunnen er duin– fiets- en skeelertrainingen worden gevolgd. Lange fietstochten (ook voor niet-leden) staan steevast op het programma in de zomermaanden. „Maar in de winter komen we écht tot leven”, weet Bakkum.

Vriesmachines

Met de definitieve realisatie in 1983 van de Haarlemse Kunstijsbaan op de plek van de oude natuurijsbaan, kwam er voor IJsclub Haarlem (als vaste gebruiker van het complex) een einde aan het jaarlijks hopen op een strenge winter. Smeekbedes om vorst maakten plaats voor vriesmachines die ijs garanderen. Dat is maar goed ook, want de niet te stuiten opwarming van de aarde duwt natuurijs meer en meer richting de geschiedenisboeken.

Schaatsliefhebber Bakkum is niet bang dat het soms jaren uitblijven van bevroren meren en plassen zijn ijsclub in het bestaan bedreigt. „Natuurlijk zijn schaatstochten over natuurijs bijzonder. Maar ik prefereer het schaatsen op deze baan. En dan met name als lid van ijsclub Haarlem.”

De nagelnieuwe preses serveert een korte wervingsactie uit. „Het ijs is altijd van goede kwaliteit. Je kunt als clublid heel wat uren op de baan terecht. Als je wilt kun je les krijgen van uitstekende trainers en prestatief groeien. En dan is er het sociale karakter. Het is hier zo gezellig!” Het moet worden gezegd: het royale clubhuis op één hoog langs de 400 meter baan ademt een hoge dosis knusheid uit.

Neemt niet weg dat IJsclub Haarlem last heeft van een terugloop van het aantal leden. Een landelijke tendens die alle takken van sport raakt. Met 900 leden behoort ’Haarlem’ al vele jaren tot de grotere ijsclubs van Nederland. „Daar komen de 300 kinderen nog bij die bij ons op zaterdagen wegwijs worden gemaakt in de schaatssport”, voegt Bakkum toe. „De Winterkoninkjes bestaan in 2025 vijftig jaar.”

Stabiel

Onder leiding van de nieuwe voorzitter heeft de ijsclub zich ten doel gesteld om het huidige ledental in elk geval stabiel te houden. „Oudere jeugd gaat werken en studeren en geeft het schaatsen er aan. Daar doe je weinig aan, al doen we ons best om ze aan ons te blijven binden. Ook richten we ons op de groep veertigers. Mannen en vrouwen die in hun jonge jaren hebben geschaatst en weten hoe leuk het is.”

Zorgen maakt Bakkum zich vooralsnog niet. Haarlem lijkt een hoop potentiële nieuwe leden te herbergen. „Omdat de stad alleen maar aan populariteit wint. Haarlem werkt als een magneet op bijvoorbeeld Amsterdammers. Daar moeten wij op inspelen. Laat ze maar komen. Laat ze maar ervaren dat schaatsen het middel bij uitstek is om goed met je lijf bezig te zijn.”

Tot slot gooit Bakkum er een levensles uit die er mag zijn. „Elke Nederlander moet kunnen zwemmen. Én kunnen schaatsen.”

Rob Spierenburg