Naast de deur van het kantoor hangt een groene brievenbus met de niet mis te verstane tekst: POST BESTUUR EN KANTOOR.
Daar had ik begin maart nietsvermoedend al eens een langwerpige enveloppe in gedaan met bonnetjes voor de penningmeester. Toen mijn bankrekening maar niet naar behoren werd afgevuld, had ik er maar eens een mailtje aan gewaagd. Echter, Kees had niets ontvangen. Gelukkig had ik alle bonnetjes gekopieerd en werd ik uiteindelijk langs elektronische weg keurig schadeloos gesteld.
Afgelopen week had ik weer een bonnetje voor de clubkas en weer deponeerde ik deze, in goed vertrouwen dat dingen toch geen twee keer mis konden lopen, in een langwerpige enveloppe in de groene brievenbus. Maar Ben (Jonkers) zei: “Die zou ik daar niet in doen, daar kijken ze nooit!” – “Wát!, hoezo niet?? Hier staat toch echt van wel!”
Maar Ben, zoals altijd en op veler gebied onze reddende engel, opende met zijn sleutel het brievenbusje en pakte mijn betalingsverzoek aan Kees er weer uit, samen met nog een tweede, precies zo’n zelfde langwerpige enveloppe. Die bleek heel toevallig ook voor de penningmeester. Ben liep met beide enveloppen naar het interne postvakje van Kees en in een flits herkende ik op beide brieven mijn eigen handschrift: Dáár waren mijn “zoekgeraakte” declaraties van 3 maanden geleden!
Ik zou gezien dit voorval wel een goed idee hebben voor in de ideeënbus, maar ja… hoe dan?
Douwe van der Kooi